bats schreef:jaja schreef:Gevoelstemperatuur geldt bij omstandigheden die je echt kan voelen.
Bij extreem lage teperaturen vriezen ledenmaten direct af, waardoor je wellicht helemaal niets meer voelt.
Gevoelstemperatuur wil denk ik alleen maar iets zeggen tussen de ongeveer -50 en +50 graden Celsius. Meer of minder lijkt me ziet meer zo gezond.
Dat weet ik, maar dat was de vraag niet. De vraag was of het THEORETISCH mogelijk is (via een berekening, dus niet wat je wel of niet kunt voelen) dat de gevoelstemperatuur lager kan worden dan het absolute nulpunt. (zie vraag). Ik weet dat er een formule bestaat om zoiets te berekenen. Dus is het mogelijk dat de gevoelstemperatuur lager kan zijn dan -273*C, onder extreme omstandigheden?
Het antwoord op je vraag is
Ja.
"Gevoelstemperatuur" heeft niet alleen betrekking op "gevoel" van mens of dier maar heeft eigenlijk te maken met het
warmtetransport proces. De Engelse benaming is meer verklarend:
Windchil factor.
De bepalende vergelijking voor convectie warmtetransport (thermische energieoverdracht via bewegende vloeistof of gas) is:
Q=hA(Th-Tl)
Q= Warmteoverdracht. . .vermogen
h= Convectiecoefficient. . . vaak alleen te bepalen via testen
A= Actief oppervlak. . . waarover de wind waait
Th= Hoge temperatuur
Tl=Lage temperatuur
De factor welke door de wind bepaald wordt is
h en als de wind snel waait wordt
h groter. Als het windstil is is
h klein maar nooit nul.
Waar het dus om gaat als je over
gevoelstemperatuur spreekt is het
warmteverlies van een warm lichaam aan de koude wind (of anders om. . . als de lucht temperatuur 40 C is voelt de wind zeer heet aan en als er geen wind is voelt het veel minder heet).
Stel nu dat je een warme automotor hebt en de lucht temperatuur is -50C en de auto staat stil. De warme motor creert een warme laag lucht om zich heen (net als een menselijk lichaam doet). Dit minimaliseert de warmte transport van de motor naar de koude lucht. Ga je nu met 100 km/uur rijden dan krijg je een -50 C koude luchtstroom door de radiateur en door de ruimte onder de motorkap waardoor de motor zeer drastisch warmte verliest en ondanks het feit dat de motor op 100 km/uur meer warmte produceert kan het gebeuren dat de motor niet op temperatuur komt. . .dit gebeurt doorgaans veel gemakkelijker met luchtgekoelde motoren dan met watergekoelde motoren maar het "chill effect" door de wind is het zelfde. De extra afkoeling vanwege de wind is terdege ook zo voor motoren netzo goed als voor mensen: de motor “voelt” als het ware een
lagere windtemperatuur dan er werkelijk is, relatief naar het gevoel (warmteverlies) met een
windstille situatie. De aanname in deze situatie is dat het coefficient
h gelijk blijft en dat de Tl lager
lijkt dan het is. Je krijgt dan een grotere warmtetransport:
Q(groter)=hA(Th-Tlager) en de Tlager is dan de
gevoelstemperatuur.
Nu de essentie van je vraag: Kan een gevoelstemperatuur lager dan 0 K zijn?
Technisch gezien
Ja.
Stel dat Th=10 K en Tl=1K en er is geen “wind”. Voor die toestand geldt een
h(9) . . .de 9 is het temperatuurverschil tussen het warme lichaam en de koude vloeistof (waterstof of helium. . . voor zover het niet gekristalliseerd is). Als nu de koude vloeistof gaat stromen wordt de warmteoverdracht veel groter omdat het coëfficiënt
h in werkelijkheid groter wordt. Met de
aanname dat dit niet zo is moet Tl dalen om de grotere warmtetransport te verklaren. Laten we aannemen dat er een
2 keer zo'n grote warmteoverdracht is en we delen de twee vergelijkingen met elkaar:
Q(groter)/Q=(h(9)A)/( h(9)A)*(10-Tlager)/(10-1)
2=(10-Tlager)/9
Oplossen voor Tlager geeft :
Tlager =- 8 K
Dus voor het warmtetransportproces is het net alsof de temperatuur van de koude vloeistof (welke werkelijk 1 K is) eigenlijk –8 K geworden is: de
gevoelstemperatuur is -8 K!