Met Akaray's formule: de druksprong is 0,1 bar vanaf 0,014 mm. De vraag is natuurlijk hoe precies je wil werken (want de drukval verandert naarmete de bel stijgt omdat de straal verandert), en waarin je interesse hebt (dergelijke kleine bellen spelen onder andere een rol in cavitatie). Maar als je het meeneemt, mag je dus niet onmiddellijk met
\(p=\rho g h\)
werken, dus je formule blijft dus wel geldig (als je onderstelt dat geen verdamping meer optreedt natuurlijk), alleen werken met de inwendige druk dan:
\(\sqrt[3]{\frac{p_{1,in}}{p_{2,in}}}=\frac{r_2}{r_1}=\sqrt[3]{\frac{\rho g h_1+2\gamma/r_1}{\rho g h_2+2\gamma/r_2}}\)
. Niet veel zin om dit uit te werken, maar wat algebra leert dat je nu een derdegraadvergelijking bekomt voor
\(r_2\)
.
edit: zie nu je bericht pas, zoals gezegd: het hangt er vanaf wat je wil (een straal van 1 cm voor een bel wanneer de omgevingsdruk 10 bar is, is bijvoorbeeld al veel, en als je nog lager zou gaan komt er toch een punt dat het relevant wordt)
edit2: maar in het algemeen heb je gelijk, het was natuurlijk maar voor de volledigheid