Perfect! Goed, we gaan eerst eens alleen de bovenste balk beschouwen.
In mijn tweede tekeningetje heb ik de balk in het midden doorgesneden en daar ingeklemd. Je hebt dan links een kracht P/2 (de reactiekracht van de muur) en een moment (het reactiemoment van de muur) die de hoekverdraaiing weer naar nul buigt. De doorbuiging v is nu een samenstelling van vergeet-me-nietje 1 en 4 van het tweede blad.
\(v= \frac{ \left( \frac{P}{2} \right) \left( \frac{L}{2} \right) ^3}{3EI} - \frac{M \left( \frac{L}{2} \right) ^2}{2EI}\)
\(\theta= \frac{ \left( \frac{P}{2} \right) \left( \frac{L}{2} \right) ^2}{2EI} - \frac{M \left( \frac{L}{2} \right) }{EI}=0\)
Uit de tweede vergelijking volgt dat
\(M=\frac{PL}{8}\)
Dit invullen in de eerste vergelijking, daaruit volgt:
\(v=\frac{PL^3}{192EI}\)
Nu terug naar de originele tekening. De onderste balk is al een kant en klaar vergeet-me-nietje, namelijk situatie 1 van het eerste blad.
Bovenste balk:
\(v=\frac{F_{1}L^3}{192EI}\)
Onderste balk:
\(v=\frac{F_{2} \left( \frac{L}{2} \right)^3}{48EI}\)
\(P=F_{1}+F_{2}\)
met andere woorden: de kracht
\(P\)
wordt verdeeld over de twee balken.
Door deze 3 vergelijkingen kom ik op
\(F_{2}=\frac{2}{3}P\)
, waardoor de reactiekrachten gelijk zijn aan
\(P/3\)
Uiteraard rekenfoutjes voorbehouden.