De vrouw is hiertegen in beroep gegaan. De rechtbank oordeelde dat het Uwv moet kunnen bepalen of de vrouw recht heeft op een WAO-uitkering. De vrouw heeft ten onrecht geweigerd de vragen van de verzekeringsarts te beantwoorden, waardoor het Uwv in redelijkheid kon vermoeden dat het recht op een WAO-uitkering niet langer bestond. De vrouw is hiertegen in hoger beroep gegaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft op de volgende gronden het hoger beroep ongegrond verklaard:
- WAO, artikel 18, eerste lid
- WAO, artikel 18, achtste lid
- WAO, artikel 25, eerste lid, aanhef en onder a
- Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten, artikel 2[/url]
Schattingsbesluit
Lees de complete uitspraak op Rechtspraak.nl