Klopt het dat vanaf de 3de periode er geen stabiele edelgasconfiguratie meer moet zijn om stabiel te zijn? Bvb PCl5. Hierin zijn er 5 gemeenschappelijke electronenparen. Ik denk dat dit bvb ook het geval is bij de coordinatieverbinding [Ag(NH3)2 +] want hier zijn er uiteindelijk ook maar 2 donoratomen, en volgens mij heeft Ag+ er 4 nodig. Dit vind ik verwarrend, want hoe moet je nu precies weten wanneer er wel 4 gemeenschappelijke electronenparen moeten zijn en wanneer niet??
hopelijk kan iemand mij hiermee helpen !!
groetjes