Lijkt jullie dit in orde:
Elke man was een potentiële minnaar, aan wiens zijde ze in haar fantasie een wild of een burgerlijk, een artistiek of een politiek leven kon leiden - naargelang van de oogkleur en de gestalte van de man tegenover haar. Maikes zwervende verbeeldingskracht bewoonde tijdelijk mensen en plaatsen. Tot ze Sebastian ontmoette. Vanaf het ogenblik dat ze in zijn armen liep, veranderde de realiteit van haar aggregatietoestand van gasvormig naar vast. Het was liefde op het eerste gezicht, en daardoor kwam er een verbod op alternatieven, en werd de oneindige hoeveelheid mogelijkheden beperkt tot een hier en nu. Toen Sebastian in Maikes leven opdook, betekende dat, in zijn woorden, een collaps (botsing?) van de kwantummechanische golffunctie.
Het gaat uiteraard om die laatste uitdrukking. Ik snap er geen jota van, maar het klinkt wel mooi...
Dank alweer voor het advies van de natuurkundigen!