Dit stuk schetst een grof beeld van een mogelijke opzet van ons bewustzijn. De schets is vrij mechanisch van aard, maar dit moet je niet te letterlijk nemen. Het is slechts een analogie. Na de schets wordt aangegeven hoe dit beeld van invloed zou kunnen zijn op onze kijk op de wereld.
Ik plaats het hier, omdat ik wel eens kritiek wil hebben van mensen die vaker met filosofische onderwerpen aan de gang gaan. Ik heb snel een groot deel van de discussie over Tijd hier doorgenomen, maar daarin vond ik niet zo snel een samenhangende verklaring om op in te haken. Meer zaken als 'tijd bestaat niet echt', 'het is een afgeleide van waarneming' en dat soort betere one-liners. Ondanks dit soort gemeenplaatsen blijft de Wikipedia echter bol staan van de conflicten over het begrip tijd. Vandaar mijn neiging om ook maar eens een steen in de vijver te gooien
Het is misschien wat lang voor dit forum, maar vooruit.
Het beeld
Stel je voor dat een bewustzijn o.a. de volgende onderdelen heeft: een controlecentrum, een aantal sensoren met uitleesgebied en een geheugengebied. De sensoren leveren informatie uit de omgeving. Het controlecentrum interpreteert deze. De waarden van alle sensoren zou je kunnen zien als een beschrijvend beeld van de omgeving.
Eenmaal gelezen worden de waarden door het controlecentrum het geheugen in geduwd.
De volgende set waarden wordt uitgelezen en weer achter de vorige aan in het geheugen gezet.
De volgende set waarden wordt uitgelezen en
. Etc. etc.
Je ziet dat in het geheugen een volgordelijke stapel sensorwaarden ontstaat.
Nu komt het interpreteren door het controlecentrum in beeld. Als zij alleen kijkt naar de actuele waarden in het uitleesgebied, dan schiet het er niet veel mee op. Het wordt interessant als de stapel sensorwaarden in het geheugen kan worden bekeken en onderzocht. Dan kunnen misschien patronen ontdekt worden.
Patronen zijn b.v. een groep waarden die steeds om de zoveel geheugenplaatsen terugkomt. Bestaat zon groep, dan zal hij gauw worden gevonden. Zijn de betrokken waarden ook nog belangrijk voor het bewustzijn, dan zal zon herhalend patroon een belangrijke leidraad kunnen worden om te anticiperen op komende veranderingen.
Tijd
Je ziet waarschijnlijk wel aankomen dat we richting levende wezens op onze planeet aan het gaan zijn. De belangrijkste repeterende groep waarden zou wel eens het dag/nacht ritme kunnen zijn.
Tot hier is het begrip tijd niet in beeld. Het enige wat er gebeurt is het uitlezen en vergelijken van sensorwaarden uit opeenvolgende geheugenplaatsen. Tot de komst van de mens met zijn intelligentie. Die gaat alles onderzoeken en benoemen. Ze pakt het belangrijkste basispatroon waar ze zich naar richt en noemt het verloop daarvan TIJD.
Natuurlijke aparte sensoren voor tijd lijken niet te bestaan. Andere begrippen, zoals ruimte, kunnen worden afgeleid uit vergelijkingen van opgeslagen sensorwaarden. Voor tijd geldt dit niet. Zij kan slechts worden afgeleid uit het verschil in het aantal geheugenposities in de stapel in het geheugen.
Dit is een essentieel verschil.
Verleden, heden, toekomst
Hoe kunnen we deze belangrijke indeling van het begrip tijd terugvinden in dit beeld? Het verleden is de hele stapel volgordelijk opgeslagen sensorwaarden in het geheugen. Het heden, het tijdloze nu, wordt gevormd door de actuele sensorwaarden in het uitleesgebied.
De toekomst, die hebben we nog niet in beeld. De toekomst is een beeld dat het bewustzijn kan maken a.d.h.v. patronen die het ontdekt heeft in het geheugen. Ze laat de patronen sensordata doorlopen en zou daarmee kunnen anticiperen op komende ontwikkelingen. Hoe betrouwbaarder het patroon, des te sterker de voorspellende waarde (morgen gaat de zon weer op)
Qua vorm ziet de toekomst er net zo uit als elke andere verzameling sensorwaarden. Wat dat betreft is het net zo reëel. Het enige verschil is dat ze niet in de stapel uitgelezen sensorwaarden in het geheugen staat.
Het bewustzijn weet dit, ergens. Intuïtief zien we het verleden als onwijzigbaar, vast. De basis hiervoor is de stapel, die alsmaar blijft groeien.
Intuïtief is echter een dooddoener voor een beetje denker. Zij pakken verzamelingen sensorwaarden op en maken daar een eigen stapeltje van. Daar gaan ze aan zitten manipuleren en over nadenken. Tijd wordt zo een lastig begrip. In dat eigen stapeltje kan men geen kloppend verhaal vinden voor de wijzigingen die we in het dagelijks leven waarnemen. Het enige dat men denkt te zien is onveranderlijkheid en determinisme. A-series, B-series, C-series, zo raakt menig denker de weg kwijt.
Verklaarbaar, als men het eerder geschetste beeld weer voor ogen neemt. Men verliest de omgeving waarin dat denken plaats vindt helemaal uit het oog. Iets wordt pas realiteit als het via de juiste sensor uitleesgebieden op de grote stapel in het geheugen is terechtgekomen. Al wat in het denken plaats vindt lijkt net zo reëel, maar het bevindt zich nog op de verkeerde plek.
De richting van tijd
We hebben het gevoel dat de tijd zich een richting op beweegt en onomkeerbaar is. We kunnen niet terug in de tijd, hoe graag we ook weer jong en onbezorgd zouden willen zijn. Vanuit het geschetste beeld is dit niet moeilijk te begrijpen. Het wordt veroorzaakt door het onderliggende stapelmechanisme.
Toch ondersteunen veel van onze onderkende natuurwetten dit gevoel niet. Zij werken net zo goed in beide richtingen van de tijd. Dit vormt een probleem bij het denken over tijd. Een wet is niet voor niets een wet.
Ook hier is een verklaring denkbaar die tegemoet lijkt te komen aan het geschetste beeld. Deze natuurwetten zijn beschrijvingen van patronen die onderkend zijn in de stapel sensorwaarden. Voor deze patronen, b.v. een cirkel of een golfvorm, maakt het niet uit of je ze van de ene kant of de andere kant van de stapel benadert. Het patroon vormt zich toch wel.
Weg onzekerheid, de ontwikkeling in de tijd gaat onafwendbaar één kant op.
Vooruit.
De stapel sensordata groeit alleen aan de bovenkant.
Wat heeft wiskunde hiermee van doen?
Mogelijk zeer veel. Wiskunde gaat over de beschrijving van patronen.
Wiskunde is wat je kunt construeren in de tijd, zei L.E.J. Brouwer ooit.
Wiskunde is de meest gelijkende beschrijving van een mechanisme om patronen in een volgordelijke stapel sensorwaarden te beschrijven. Dit geeft ook een antwoord op de vraag waarom de wiskunde zo goed is om de wereld te beschrijven. We verzinnen het niet zelf. Het is een onderdeel van het mechanisme van ons eigen bewustzijn om die wereld waar te nemen. De mens ontdekt steeds meer van dit mechanisme.
Tot zover dit eenvoudige beeld.
Nogmaals, het is een grof beeld dat makkelijk voor verbetering vatbaar is.
Het lijkt wel een mogelijkheid te bieden richting een verklaring voor enkele lastige (paradoxale) twistpunten over onze kijk op de wereld.