Als we een elastiek (of ketting) met een blokje eraan (bungeekoord/bungeejumper) laten vallen langs een constantaandraad zal de spanning varieren tussen (ong.) 0 en 5 V. Als we deze spanning mbv Coach omzetten tot afstand kunnen we een afstandtijd-grafiek toveren. Als we hier de dubbele afgeleide bepalen ontsaat er de valversnellingtijd-grafiek. Deze staat hieronder.
De versnellingspiek en het versnellingsinhouden resp. op het eind van de val en net voor het eind van de val (dus net voordat de ketting/elastiek strak komt te staan) zijn geen uitzondering op de regel. Wel is het zo, dat als de verhouding massaketting/massakoord groter wordt, de pieken ook duidelijker worden.
Wat is hier een verklaring voor?
groetjes,
GroveRd
