Een schetsje:
Bij het eerste geval staan de lichtbron en de 2 waarnemers A en B stil, het licht komt dus op hetzelfde ogenblik bij hun aan.
Bij het 2de geval bewegen A en B met een snelheid V, het licht komt eerst aan bij A dan als bij B, dit is de relativiteit van de gelijktijdigheid, voor A is de lamp eerder aan dan voor B.
Bij het derde geval beweegt de lamp met een snelheid V. Volgens de relativiteitstheorie zou het licht bij A en B op het zelfde ogenblik moeten aankomen.
Maar de relativiteitstheorie zegt ook dat je in de ruimte onmogelijk kan weten of je beweegt of niet, bij het laatste geval kan het dus zijn dat de lichtbron beweegt of dat A en B bewegen, dit is in feite juist hetzelfde als in geval 2 en B zal het licht eerder ontvangen dan A!!!