De bijzonder 'aggressieve' eigenschappen van HF zijn deels te wijten aan de mogelijke verbindingen die fluor kan aangaan. In geval van glas heb je reacties als SiO2 + HF -> SiF4 (gas) en H2SiF6 (opgelost).
Ik heb gelezen dat een Si-F verbinding heel sterk is. Dit verklaart de reactie met glas, maar een verklaring voor de sterkte van die verbinding heb ik niet. Waarom gaat bovenstaande reactie door? Is de verklaring dat silicium een lagere EN (1,90) heeft dan waterstof (2,20) genoeg? Gaat fluorzuur dan ook metalen, die meestal een lage EN hebben, aantasten (bijvoorbeeld zink 1,65)? En zo geen koolstof, met een EN van 2,55.
Dat heeft verder weinig te maken met de concentratie H+, zoals je terecht opmerkt is HF een zwak zuur (pKa ~3). HCl, HBr en HI zijn veel sterkere zuren (-8, -9, -10), maar laten glas ongemoeid.
Dat was eigenlijk een aparte vraag:
waarom zijn bepaalde sterke zuren corrosief? Het chloride ion is allesbehalve corrosief, dus moet de oorzaak bij het proton liggen. Maar tegelijk bestaan er sterke zuren die niet corrosief zijn.
Fluor is dus een sterke oxidator, sterker dan zuurstof...oxideert met bijna alles wat het tegenkomt.
Ik wist hiervan in de elementaire gasvorm, maar eveneens in de fluoride vorm?
Het probleem voor mij is: ik kijk naar de reductiepotentialen en zie fluor aan de top. Fluorgas is dus niet onverwacht reactief. Maar nu zou het gevormde fluoride eveneens reactief zijn?
Ik zie bijvoorbeeld een fluoride in oplossing. Is deze oplossing zuur, dan zal de evenwichtsreactie van HF naar links doorgaan en meer fluorzuur gevormd worden. Dit fluorzuur bestaat uit een verbinding die sterk gepolariseerd is, dus zou ik verwachten dat ze stabieler is (zoals water). Dit klopt ook, want fluorzuur is zwak en dissocieert maar weinig. Het zal echter begrijpelijk verbindingen vormen (=reageren) die stabieler (grotere delta EN) zijn, zoals met metalen of met silicium.
Ik denk dat ik het begin te begrijpen. Het fluoride ion zal zoals alle anionen in oplossing (tijdelijke) verbindingen vormen met kationen. Met alkali-metalen is die verbinding niet blijvend (ik neem aan door de grootte van deze kationen), maar met de meeste anderen wel (zoals bij fluoriet). Ook met protonen zal het zich binden.
Maar hoe komt het dan dat onderzoek toont hoe fluoride via de urine vaak wordt afgescheiden? Urine is toch zuur? En is er dan wel een verschil tussen het gevaar van F- en HF?
(De vragen waarop ik graag nog een antwoord zou hebben, heb ik voor de gemakkelijkheid in vet gezet.)
Alvast bedankt.