Ik kan helaas even kort reageren met wat basiskennis wat is blijven hangen, duik nog even in mijn archief.......
Ik berekende bij een bout van 10 mm diam.en een dsn. van 78.5 mm2 de afschuifoppervlakte van de bijpassende moer met dus een hoogte van 0.8 * 10 = 8 mm.
Moeren hebben een hoogte van 0,8D maar volgens mij een effectieve schroefdraad lengte van 0,6D.
Je rekent bij M10 met een steeldoorsnede (A
st.) volgens mij. Maar bij gerolde bevestigingsschroefdraad is de spanningsdoorsnede oppervlak (A
s) maatgevend.
A
s=pi/4 * ( flankmiddelijn + kernmiddelijn / 2 )²
Het afschuifopp.wordt dan 8mm*pi* 8 mm = 201 mm2,dit is wel theoretisch omdat er bij de bouten en moeren op de getapte draad afrondingen voorkomen,waardoor het afschuif oppervlak toch wel met een 40% moet worden gereduceerd.
Begrijp ik je hier dat je zowel de lengte van de bout als moer als afschuifoppervlak hanteert?. Mocht dit zo zijn is dat m.i. niet correct. De moer heeft het kleinste afschuifoppervlak. Je zit bij falen van boutverbindingen altijd dat de moer kapot gaat (draad van de moer wordt losgetrokken)