Om te beginnen een laser: ik meen dat een laser werkt door licht op te wekken in een materiaal tussen twee spiegeltjes, waarbij een van de spiegeltjes halfdoorlatend is. Als de intensiteit van het tussen de spiegeltjes heen en weer gekaatste licht voldoende groot is, verlaat een deel van het inmiddels coherente laserlicht (is precies bekend wat dat is?) de laser door de halfdoorlatende spiegel.
- Vraag 1: is laserlicht een golfverschijnsel, of worden de karakteristieken van interferentiepatronen (dubbele spleet of interferometer) veroorzaakt door een andere eigenschap van laserlicht?
- vraag 1B: Wellicht is licht geen golfverschijnsel, maar een deeltjesverschijnsel/foton, en speelt een quantumeigenschap een rol? Veroorzaakt dit quantumeffect het interferentiepatroon?
- vraag 2: maakt het voor de interne opmaak/vorm van de laserstraal uit of de spiegeltjes (indachtig Einstein) bewegen door de ruimte tijdens het opwekken van het laserlicht?
- vraag 2B: Heeft deze beweging bijvoorbeeld invloed op golflengte?
- vraag 2C: Heeft deze beweging wellicht invloed op de richting van de eventuele golven? Is het mogelijk dat de golven niet meer parallel lopen aan de richting van de laserstraal?
Ik hoop dat ik een interferometer zo goed beschrijf, ik heb er nog nooit een van nabij gezien.
- vraag 3: bewijst dit apparaat dat licht een golfverschijnsel is?
- vraag 4: Zou de hierboven beschreven opstelling bestaan uit voldoende grote spiegels, wat ziet men dan als men er door kijkt naar een beeld / object aan de andere kant?
- vraag 5: Als de interferometer een snelheid door de ruimte zou hebben tijdens de werking, zou dan (indachtig Einstein) de uitkomst van het interferentiepatroon kunnen veranderen?
- [intermezzo] Er zijn twee lichtstralen die heen en weer kaatsen tussen spiegeltjes. Het verschil tussen deze twee stralen zou soms een verschil kunnen zijn tussen zijdelings bewegen(zigzag) en (windmee+windtegen) Als je de opstelling zou draaien, zou dit verschil tussen beide richtingen soms kunnen veranderen. Hoewel je in de meeste gevallen natuurlijk geen extreme windmee-windtegen situatie hoeft te verwachten, dat gebeurt hooguit als de opstelling toevallig in de beweegrichting van de aarde door de ruimte geplaatst is, en deze beweging van aarde door de ruimte zich ook vertaalt in een beweging van ruimte door de aarde/proefopstelling. Nou ja, moeilijk allemaal [einde intermezzo]
- vraag 5B: Is deze eventuele afwijking vergelijkbaar met de afwijking die ook al optreedt in de gebruikte laser?
- vraag 5C: Wat is het effect als laserlicht weerkaatst wordt door een bewegend spiegeltje, verandert dan de golflente van het teruggekaatste licht?
- vraag 6: spelen beperkingen van de gebruikte optica een rol? Coatings, brekingsindices, diktes van spiegel, lensfouten, etc?
- vraag 7: Omdat er nogal veel effecten tegelijkertijd kunnen optreden: Zijn er goede modellen opgesteld over de werking van zoveel weerkaatsingen en bewegingen?
- vraag 8: is een interferometer alleen te begrijpen als men de lichtsnelheid constant veronderstelt? Omdat men niet goed begrijpt hoe het apparaat werkt in een klassiek universum?
- vraag 9: is er ooit een interferometer gebouwd voor andere golfverschijnselen? Golven in water? Geluidsgolven?