Van een U vormige drukstaaf met grote lengte moet de aan te houden kniklengte beperkt worden.
Dat gebeurt d.m.v. tussengeplaatste steunpunten die knik om de zwakke as voorkomen.
Mijn vraag is nu op welke (fictieve) steunpuntsbelasting zo'n knikverkorter berekend moet worden.
Ik kan me herinneren dat ik in het verleden wel eens zo'n berekening heb gemaakt waarbij ik een rekenregel toepaste waarbij de grootte van de belasting op de knikverkorter in verhouding was met de sterkte van de drukstaaf.
Ik vind echter momenteel nergens een dergelijke rekenregel.