Een vraag waar ik altijd een antwoord op leek te hebben lijkt vandaag opeens minder duidelijk. Ik ben gekend met de concepten hypo- hyper- en isotoon, wat me echter minder duidelijk is is het nut bij dehydratatie.
"Een hypotone vloeistof heeft het omgekeerde effect: doordat de osmolaliteit lager is intracellulair zal een deel van het water de extracellulaire ruimte waar deze vloeistof wordt toegediend verlaten en zich naar intracellulair verplaatsen. De celinhoud zal hierdoor dus toenemen". Doelt men hier nu op de rode bloedcellen of op de (weefsel)cellen? Want zoals men hier stelt verlaat het de bloedbaan, terwijl men ons altijd leert dat wanneer je een sterk hypotone vloeistof toedient, de erytrocyten gaan knappen.
Kan iemand dit even opklaren?