Vanwege een interesse in wielrennen houd ik mij ook af en toe bezig met doping in het wielrennen. Zoals veel mensen wel bekend zal zijn, wordt er nog steeds veel doping gebruikt in het wielerpeloton.
Eén van de meest ruchtmakende dopingzaken was die uit 1998 van de Festinaploeg, die allemaal het hormoon EPO gebruikten.
Later zijn ook andere grote renners hierop betrapt of ervoor beschuldigd.
Erythropoëtine (EPO) is een hormoon, dat normaliter door de nier wordt aangemaakt en dat de vorming van rode bloedcellen in het lichaam stimuleert. Hierom wordt het ook wel kunstmatig toegediend als een vorm van doping, die het zuurstoftransporterende vermogen van bloed verhoogt.
Over de dopingtest bij wielrenners:
Naast de urinetest op EPO wordt ook nog een andere test gebruikt: de hematocriettest, geïntroduceerd in 1997 en nog steeds in gebruik. Bij deze test wordt EPO-gebruik niet rechtstreeks opgespoord, maar wordt het effect ervan gemeten: de hematocrietwaarde. Omdat de hematocrietwaarde behalve door EPO-gebruik ook door aanleg, uitdroging of wonen op hoogte wordt beinvloed, wordt deze test officieel aangeduid als 'gezondheidstest'. Wordt een waarde gevonden boven de 50% dan wordt de atleet 2 weken uit competitie genomen. Atleten die van nature een hoge hematocriet hebben kunnen, na onderzoek, dispensatie krijgen.
Vóórr de test van de hoogte van het hematocriet, dat normaal zo rond de 41% tot 47% ligt, maar door EPO omhoog kan worden gebracht tot wel 60%, zijn enkele renners buiten competitie gecontroleerd en die hadden bijv. een waarde van 59, of 60.
Eén van die renners was de lange Bjarne Riis die in 1996, volgens insiders met een hematocriet van 60%, de Tour de France won. Dit is nooit bewezen.
Daarvoor had de lange Miguel Indurain vijf maal gewonnen. Indurain blonk uit in tijdritten, maar is nooit echt van doping beschuldigd.
Het interessante hieraan vind ik dat vele renners in die tijd bloeddoping gebruikten, en, net als Riis, tot waarden van wel 60% gingen. Riis blonk echter uit in de bergetappes, terwijl hij daar met zijn lengte toch absoluut geen voordeel zou moeten hebben. Voor klimmen is het immers gunstig als je wat kleiner bent. Met Indurain was het eigenlijk niet anders, ook die reed in de bergetappes zijn concurrenten er rustig af.
Ik vraag mij dus af of het toeval is geweest dat deze lange mannen in de tijd van bloeddoping opeens zo gingen uitblinken. Riis was eigenlijk geen uitermate groot talent, en hoewel hij gezondheidsrisico's durfde te nemen met zijn dopinggebruik, deden anderen - die misschien meer talent hadden - dat ook.
Op een ander forum heb ik hier al een korte discussie over gehad; ik suggereerde dat een lange persoon waarschijnlijk meer bloed heeft, en dat hij dus bij een stijging van zijn hematocriet meer nieuwe bloedlichaampjes erbij krijgt dan een korter iemand bij een vergelijkbare stijging. Iemand anders suggereerde dat daarmee dan ook weer meer spieren van zuurstof moesten worden voorzien dan bij een korte persoon.
Ik vraag me eigenlijk af hoe dat tegen elkaar opweegt...of dat bijv. te berekenen is. Zou iemand me kunnen helpen?