Hallo,
De meeste windturbines die je tegenwoordig ziet hebben een dubbelgevoede asynchrone generator of een synchrone generator. De oudere windturbines hadden echter gewoon een asynchrone generator met kooianker. Buiten de beperkte slipvariatie draaien deze generatoren aan een constante snelheid.
Als de windsnelheid toeneemt neemt de (negatieve) slip een beetje toe zodat er stromen geinduceerd worden in de rotor. Zo een generator trekt dus een behoorlijke hoeveelheid reactief vermogen uit het net als ik me niet vergis? Mijn vraag is nu welke relatie er bestaat tussen het geleverde vermogen en het geconsumeerde reactief vermogen. Ik heb op het internet er nergens een formule voor gevonden, misschien is het zelfs zo simpel niet. En tot welk vermogen worden deze generatoren gemaakt? Moderne windturbines hebben een vermogen tot wel 5MW maar hoe zit het eigenlijk met deze verouderde kooianker generatoren?
Bedankt