Onwetend schreef: ↑wo 18 jul 2012, 21:15
als eerste de rij:
0 + 1 = 1
1 + 2 = 3
3 + 3 = 6 = geen priem
6+ 4 = 10 = geen priem
10 + 5 = 15 = geen priem
enzenzenz
Dit kun je schrijven als (ik wissel beide termen even om)
\(n+{\sum\limits_{i=1}^n i}\)
Dat is gelijk aan
\(n+ \frac n 2 (n+1)=n(1+\frac {n+1} 2)=n(\frac{n+3} 2)=\frac n 2 (n+3)\)
Voor n>2 heeft deze som altijd 2 gehele getallen groter dan 1 als deler: Als n oneven is, zijn n en
\(\frac{n+3} 2\) een geheel getal, als n even is, zijn n/2 en n+3 gehele getallen. De som kan dan dus geen priemgetal zijn.
bovendien
0 + 2 = 2
2 + 3 = 5
5 + 4 = 9 = geen priem
9 + 5 = 14 = geen priem
14 + 6 = 20 = geen priem
enzenzenz. Het getal is eigenlijk telkens het antwoord -1 uit de vorige door mij gegeven rij.
Deze reeks is gelijk aan -1 + 1 + 2 + 3 + .. + N.
Als je de termen herschikt:
(-1 + N) + (2 + N-1) + (3 + N-2) (enzovoort) denk ik dat je gemakkelijk kunt beredeneren dat ook dit geen priemgetal kan zijn. Deze methode van dat herschikken geldt trouwens net zo goed voor de eerste serie.
Deel 2
de som van 2 = 3
de som van 3 = 6
6 + 1 = = 7 =
7 + 5 = 12 = geen priem
12 + 6 = 18 = geen priem
18 + 7 = 25 = geen priem
enzenzenz
Zelfde als hierboven: de som is 7+5, 7+5+6, 7+5+6+7, daar valt vast wel iets van te maken (nog niet geprobeerd)