albert davinci schreef:In alle eerlijkheid, ik maak me daar geen zorgen om. Het zit bij de Nederlanders 'in het bloed' om te polderen. Dat begint al met ouders die met hun kindjes overleggen.
Juridisch gezien een interessante vraag. Ik ben geen jurist maar deze gedachte komt nu bij mij op.
Wie/wat voltrekt het huwelijk? De ambtenaar of het stadhuis? Als het stadhuis het huwelijk voltrekt dan is er ook juridisch geen probleem wanneer de gemeente de taken verdeeld. Als de ambtenaar het zelf doet dan nog is er toch geen probleem zolang het verzoek om de huwelijksvoltrekking altijd aan het stadhuis wordt gericht en het stadhuis vervolgens de ambtenaar uitzoekt?
Elk stadhuis moet er voor zorgen dat ze homohuwelijken kunnen voltrekken en dat is het voornaamste. Verder prijs ik me gelukkig dat mijn moederland als eerste de moed had om dit in te voeren en hiermee de weg heeft vrijgemaakt voor andere overheden die het wel wilden maar het niet durfden. Ook dit komt voort uit de poldercultuur (2snijdend mes).
Nogmaals, ik vind het niet fraai dat er ambtenaren zijn die het voltrekken van homohuwelijken weigeren maar ik kan er ook niet wakker van liggen zolang de homohuwelijken maar door iemand voltrokken worden.
quoot van qrnlk
Kleine nuance, de CU heeft democratisch gezien eigenlijk niets te zoeken in de regering. Noch de grootte noch de groei legitimeert regeringsdeelname. Ze mogen meeregeren omdat met name het CDA het niet in de SP zag zitten.
Het burgerlijk huwelijk is een plechtig contract dat totstandkomt doordat de partijen een aantal rechtshandelingen volbrengen in het bijzijn van de ambtenaar van de burgerlijke stand. Het zijn dus de (aanstaande) echtgenoten die door hun wilsovereenstemming tot uiting te brengen volgens een aantal bij wet bepaalde formaliteiten, het huwelijk tot stand brengen.
Maar je bekijkt het vanuit het verkeerde perspectief. Het is niet zozeer het homokoppel dat gediscrimineerd wordt ten aanzien van het heterokoppel. De discriminatie dient gesitueerd te worden op het niveau van de ambtenaren. Het is de ene ambtenaar die gediscrimineerd wordt ten opzichte zijn collega. Een voorbeeld: jij en ik zijn allebei ambtenaar van de burgerlijke stand bij dezelfde gemeente. Jij bent homofoob (puur hypothetisch, uiteraard
) en wil geen huwelijk tussen twee mannen voltrekken. Jij hebt een juridische grond om het huwelijk tussen die twee mannen niet te hoeven voltrekken, want het Nederlandse parlement heeft een wet gestemd die uitdrukkelijk het recht erkent van de ambtenaren van de burgerlijke stand om te weigeren een homohuwelijk te voltrekken. En nu komt het: ik ben tegen echtscheidingen (ook puur hypothetisch
) en er verschijnt een koppel voor mij dat wil huwen, waarvan één van beide partners al eens gehuwd was en opnieuw uit de echt gescheiden. Wel, ik kan niet weigeren. Ik moet het huwelijk voltrekken tegen mijn wil, want er is geen enkele wet die mij het recht geeft om te weigeren een huwelijk te voltrekken tussen personen die uit de echt gescheiden zijn. Mijn Calimero-gevoel zegt mij dan: "Waarom mag mijn collega wél zijn overtuiging trouw blijven en weigeren twee homo's te huwen en moet ik tegen mijn principes in gescheiden personen opnieuw huwen?"
Met deze wet creëert de Nederlandse wetgever dus een verschil in behandeling tussen homofobe ambtenaren en andere gewetensbezwaarde ambtenaren. De eerste categorie mag zijn gewetensbezwaar inroepen, de tweede categorie mag dat niet. Wat is de objectieve rechtvaardiging waarom een homofobe ambtenaar wat meer mag dan zijn collega's? Wat is de relevantie van een onderscheid tussen de twee soorten ambtenaren? En is het verschil in behandeling dat de wet voorziet wel proportioneel? Ik kan allesinds geen enkele zinnige reden bedenken die een zo afwijkend gunstregime voor homofobe ambtenaren objectief kan rechtvaardigen of de relevantie en proportionaliteit ervan kan aantonen. Misschien dat iemand anders het wél kan? Totdat iemand mij van het tegendeel kan overtuigen, is dit verschil in behandeling ongeoorloofd en dus discriminerend. Dan rest er het Nederlandse parlement twee manieren om de discriminatie uit de wereld te helpen:
1. het toepassingsgebied van de wet uitbreiden; als de homofoben om persoonlijke motieven mogen weigeren, dan mag iedereen om zijn persoonlijk motief weigeren (ambtenarij à la carte dus, en dan stort het hele systeem in elkaar);
2. de wet terug afschaffen; als de overgrote meerderheid niet mag weigeren, dan mogen de homofoben dat ook niet.
@ qrnlk:
Het is niet omdat deze afwijking bij wet is voorzien, dat ze daarom toelaatbaar is. Wetten moeten nog steeds in een ijzeren, rechtsstatelijke logica passen. Deze wet doet dat niet. Ze creëert een verschil in behandeling tussen ambtenaren dat manifest in strijd is met het discriminatieverbod van de Nederlandse Grondwet.
Een ambtenaar kan weigeren een overheidsbevel uit te voeren wanneer dit manifest in strijd is met het humanitaire recht. Voor de rest moet hij gewoon doen wat hem wordt opgedragen. Punt uit. Een homohuwelijk voltrekken is tot nader orde nog steeds niet in strijd met het humanitaire recht. Je vergelijking van "Befehl ist Befehl" gaat dus niet op.
Een rechter heeft een uitgebreidere weigeringsmogelijkheid, omdat zijn functie nu eenmaal grondig verschilt van die van een ambtenaar. Daar waar een ambtenaar een louter uitvoerende functie heeft, neemt de rechter ingrijpende beslissingen in het leven van de rechtsonderhorige. Moet deze persoon naar de gevangenis of niet? Wordt dit bedrijf wel of niet failliet verklaard? Mag deze vader nog omgang met zijn kinderen hebben? Rechters en ambtenaren zijn gewoon geen categorieën van personen die je zinvol met elkaar kan vergelijken.