Dag,
In het verlengde van het vorige topic (Randomisatie), dit keer niet de vraag om zelf met ideeën te komen, maar om het onderstaande wiskundig te controleren.
1. Combinatorisch kan een groep van N in twee gelijke groepen van N/2 verdeeld worden op N!/2((N/2)!)^2 manieren
2. Als je uitgaat van een kans van p = 1/2 om in de ene groep te komen en een kans van 1 - p = 1 - 1/2 = 1/2 om in de andere groep te komen, dan zou de binominaalverdeling als volgt zijn voor de kans P op één specifieke verdeling/“husseling” binnen alle mogelijke opties: P = (N!/2((N/2)!)^2)(1/2)^N = N!/(2^(N+1)((N/2)!)^2)
3. Als ik de Stirling-benadering voor N! gebruik voor de teller en noemer, kom ik uit op: P ≈ sqrt(2πN)(N/e)^N/(2^(N+1)⋅(sqrt(2πN/2)(N/2e)^N/2)^2) = sqrt(2πN)(N/e)^N/(2^(N+1)⋅1/2^N⋅πN(N/e)^N) = sqrt(2πN)/2πN.
Hieruit volgt: P ≈ 1/sqrt(2πN)
Klopt dit? Dank alvast. Het is in ieder geval overzichtelijk. Je kunt dan op basis van een eenvoudige relatie inschatten hoe groot de populatie N moet zijn om de kans P op één specifieke verdeling/“husseling” van deze N personen beneden een bepaalde streefwaarde te brengen.