zou kunnen, maar als dat zo is maakt dat dan de redenatie om tot het antwoord op mijn vraag te komen anders?
Maar als je met de versnellende waarnemer een nieuw referentieframe associeert, dan vind je in dat nieuwe referentie frame wel tijdsdilatatie terug als je het verloop van de tijd gaat vergelijken tussen verschillende locaties in dat frame. Deze tijdsdilatatie is wel afhankelijk van de versnelling. Dit ter aanvulling, niet ter correctie, want ik begrijp wel dat dat je met bovenstaande post iets anders bedoelde.Xilvo schreef: ↑vr 25 nov 2022, 17:30 Als je de afleiding van de SRT bekijkt zie je dat onderlinge snelheid van invloed is op hoe de ene waarnemer de klok van een ander ziet maar dat versnelling daar geen invloed op heeft op het moment dat de versnellende klok een snelheid nul heeft t.o.v. een stilstaande klok.
Massa kromt de ruimte. De kromming wordt beschreven door een metriek die berekend kan worden uit de Einsteinvergelijking. Het equivalentieprincipe komt er eigenlijk op neer dat je lokaal altijd een nieuw coördinatenstelsel kan kiezen dat meebeweegt met de massa van het voorwerp dat in vrije val is. In dat nieuwe referentieframe is lokaal de ruimte vlak en is de SRT van toepassing. Lokaal wordt de metriek dan de Minkowski metriek. Die metriek is alleen maar heel lokaal geldig. In de SRT neemt die metriek wel het volledige universum in beslag. In de ART slecht een heel klein lokaal gebiedje.
Dat is inderdaad wat ik me ook realiseerde, maar daar zit gelijk ook het probleem: als je zwaartekracht vanwege het equivalentieprincipe dus kunt voorstellen als een versnellend referentieframe, dan krijgt dat referentieframe in de tijd dus een steeds groter wordende snelheid terwijl we weten dat tijdsdilatatie een functie is van snelheid. dus zou in die redenatie de tijdsdilatatie continue toe moeten nemen terwijl je in een zwaartekrachtsveld een constante tijdsdilatatie hebt. Op dat punt kan ik het dus niet meer volgen.wnvl1 schreef: ↑za 26 nov 2022, 00:17 Het equivalentieprincipe komt er eigenlijk op neer dat je lokaal altijd een nieuw coördinatenstelsel kan kiezen dat meebeweegt met de massa van het voorwerp dat in vrije val is. In dat nieuwe referentieframe is lokaal de ruimte vlak en is de SRT van toepassing. Lokaal wordt de metriek dan de Minkowski metriek. Die metriek is alleen maar heel lokaal geldig. In de SRT neemt die metriek wel het volledige universum in beslag. In de ART slecht een heel klein lokaal gebiedje.
Die redenatie ken ik, maar start vanuit formules die beginnen bij het stuk waar de interessante stappen juist nog voor zitten. Hoe kom je vanaf de lichtsnelheid via het equivalentieprincipe (wat wnvl1 dus toelicht als zijnde een versnellend referentieframe) tot tijdsdilatatie door zwaartekracht. Voor mijn gevoel zou ik zeggen dat je dan moet kijken naar dat versnellende referentieframe juist op het moment dat er nog geen snelheid is opgebouwd. tussen waarnemer en het punt in de ruimte waar de andere waarnemer zit en waartussen de tijddilatatie plaats vind zit in feite een verbindingsliijn en voor elk punt op die lijk kun je dan die zelde situatie voorstellen van een versnellend referentieframe watvanuit stilstand begint te versnellen. Dus zou je dan in mijn beleving al die situaties moeten integreren over dat hele pad om op de een of andere manier tot de tijddilatatie te komen.
in die link staat inderdaad een integraal zoals ik ook al beredeneerde, maar ik snap niet hoe die integraal is opgebouwd omdat dat niet wordt uitgelegd. waar komt bv die 1/c^2 vandaan in de integraal. dat zie ik heel vaak: redenaties waarbij essentiele stappen om het te kunnen begrijpen overgeslagen worden waardoor je er nog steeds geen meter mee vooruit komt.
Die tijddilatatie geldt alleen voor iemand buiten dat versnellend stelsel, die de snelheid ziet veranderen. Iemand in zo'n stelsel, zeg een almaar versnellende lift in de lege ruimte, ziet op zijn plaats de tijd normaal lopen. Hij ziet wel een klok "onder" in de lift langzamer lopen, een klok aan het plafond sneller lopen.HansH schreef: ↑za 26 nov 2022, 06:53 als je zwaartekracht vanwege het equivalentieprincipe dus kunt voorstellen als een versnellend referentieframe, dan krijgt dat referentieframe in de tijd dus een steeds groter wordende snelheid terwijl we weten dat tijdsdilatatie een functie is van snelheid. dus zou in die redenatie de tijdsdilatatie continue toe moeten nemen terwijl je in een zwaartekrachtsveld een constante tijdsdilatatie hebt. Op dat punt kan ik het dus niet meer volgen.
Er zitten m.i. geen stappen voor. Je gooit een bal omhoog van een plaats met lagere naar een plaats met hogere potentiaal, dan verliest die bal kinetische energie.
In een zwaartekrachtveld zit je in zo'n versnellend stelsel. Daarom wordt je tegen de grond gedrukt.HansH schreef: ↑za 26 nov 2022, 07:03Voor mijn gevoel zou ik zeggen dat je dan moet kijken naar dat versnellende referentieframe juist op het moment dat er nog geen snelheid is opgebouwd. tussen waarnemer en het punt in de ruimte waar de andere waarnemer zit en waartussen de tijddilatatie plaats vind
Daar heb ik niet naar gekeken en dat heb ik niet gebruikt. Ik heb alleen de formule die daar staat genomen en laten zien dat je met een simpele benadering op hetzelfde resultaat komt.
Die formule met de integraal bekom je door de Rindler metriek die ik eerder gaf te integreren.HansH schreef: ↑za 26 nov 2022, 07:24in die link staat inderdaad een integraal zoals ik ook al beredeneerde, maar ik snap niet hoe die integraal is opgebouwd omdat dat niet wordt uitgelegd. waar komt bv die 1/c^2 vandaan in de integraal. dat zie ik heel vaak: redenaties waarbij essentiele stappen om het te kunnen begrijpen overgeslagen worden waardoor je er nog steeds geen meter mee vooruit komt.
Bedoel je dit bericht?wnvl1 schreef: ↑za 26 nov 2022, 10:43 Die formule met de integraal bekom je door de Rindler metriek die ik eerder gaf te integreren.
Het is wel leerzaam om de afleiding van de Rindler metriek eens te bestuderen. Flappelap heeft daarover een paper geschreven die ergens op dit forum staat naar aanleiding van een vraag van mij.
de stappen die ervoor zitten is het verband tussen zwaartekracht en tijd dilatatie via die formule bovenin je bericht. Het gaat er dus om hoe je aan die formule komt vanaf scratch (dus alleen wetende wat de eigenschap is van licht en dat je je in een zwaartekrachtsveld bevind)
Nee, blijkbaar is dat niet duidelijk. Die formule uit Wikipedia neem ik als gegeven, ik laat zien dat je met een heel simpele berekening (inderdaad vanaf scratch) op hetzelfde resultaat komt.HansH schreef: ↑za 26 nov 2022, 11:37de stappen die ervoor zitten is het verband tussen zwaartekracht en tijd dilatatie via die formule bovenin je bericht. Het gaat er dus om hoe je aan die formule komt vanaf scratch (dus alleen wetende wat de eigenschap is van licht en dat je je in een zwaartekrachtsveld bevind)
dus dit verhaal: download/file.php?id=35108