Gisteravond was de sterrenhemel zo kraakhelder en koud dat ik de hemeltemperatuur weer eens gemeten heb met mijn infraroodthermometer. Het bleek kouder dan de ondergrens van de thermometer, -40 °C, dan staat er alleen nog maar "low" in het display.
Onmeetbaar koud, voor mij is dat een kouderecord.
De thermometer gebruikt de default emissiviteitswaarde ε=0.95 om de temperatuur te berekenen. Ik wilde in een grafiek zien hoe de berekende temperatuur stijgt als je ε kleiner maakt dan 0.95.
Er geldt
\( P = \epsilon\sigma T_{\epsilon}^4\), zodat
\(T_{\epsilon} = \sqrt[4]\frac{{0.95}} {\epsilon} T_{0.95} \)
Dit resulteert in de onderstaande grafiek. Als T
0.95 = -40 °C , dan is T
0.80 = -30 °C, en T
0.50 = 0 °C. Bij 10 μm is de transmissie 0.80, zodat ε=0.20. Maar als de sensor gevoelig is voor een brede band rond 10 μm dan is de gemiddelde transmissie misschien 0.20, zodat ε=0.80, en T
ε = -30 °C.
Wikipedia geeft een grafiek van de transmissie van de atmosfeer, en ik ga er van uit dat de emissiviteit = (1-transmissie).