Digitalizm
Artikelen: 0
Berichten: 4
Lid geworden op: vr 30 nov 2007, 18:36

Stabiele edelgasconfiguratie

Klopt het dat vanaf de 3de periode er geen stabiele edelgasconfiguratie meer moet zijn om stabiel te zijn? Bvb PCl5. Hierin zijn er 5 gemeenschappelijke electronenparen. Ik denk dat dit bvb ook het geval is bij de coordinatieverbinding [Ag(NH3)2 +] want hier zijn er uiteindelijk ook maar 2 donoratomen, en volgens mij heeft Ag+ er 4 nodig. Dit vind ik verwarrend, want hoe moet je nu precies weten wanneer er wel 4 gemeenschappelijke electronenparen moeten zijn en wanneer niet??

hopelijk kan iemand mij hiermee helpen !!

groetjes
Gebruikersavatar
Elena
Artikelen: 0
Berichten: 77
Lid geworden op: ma 24 dec 2007, 16:07

Re: Stabiele edelgasconfiguratie

stabiele edelgasconfiguratie wil zeggen dat er gestreefd wordt naar 8 electronen op de buitenste schil

ik denk dat dat voor elke periode zo geldt ...
Te weten wat men weet en te weten wat men niet weet, dat is kennis.
Gebruikersavatar
Marko
Artikelen: 0
Berichten: 10.611
Lid geworden op: vr 03 nov 2006, 23:08

Re: Stabiele edelgasconfiguratie

Het geldt inderdaad niet meer vanaf de derde periode. Elementen als S, P en Cl accepteren vaak meer dan vier bindingen. Elementen uit de tweede periode kunnen dat niet, omdat alleen de 2s en 2p orbitalen kunnen meedoen aan een binding. Elementen uit de derde periode hebben 3s, 3p en 3d orbitalen tot hun beschikking (hoewel bij de atomen de 3d-orbitalen niet gevuld zijn in de grondtoestand) en kunnen daardoor meer bindingen aangaan.

Het door jou genoemde PCl5 is een voorbeeld, maar het SO42- ion ook; de binding tussen S en O houdt het midden tusen een dubbele en een enkelvoudige binding. In totaal zijn er dus in feite 6 bindingen.
Cetero censeo Senseo non esse bibendum

Terug naar “Anorganische chemie en elektrochemie”