Deze vraag trekt mijn aandacht al vanaf dat hij gepost werd, maar tot nog toe heb ik er ook nog geen antwoord op gevonden en dus niets gepost. Ik zal echter zeker blijven zoeken tot ik een antwoord vind.
Voor zover ik weet is geschiedenisleraar, of bijvoorbeeld aardrijkskundeleraar, toch wel informeel taalgebruik. In de officiele schrijftaal worden deze niet gebruikt, maar dan heeft men het over een leraar wiskunde, of een leraar Frans, of een leraar levensbeschouwing.
Waar baseer je dit op?
"Aardrijkskundeleraar" en "geschiedenisleraar" zijn echter opgenomen in de Woordenlijst Nederlandse Taal
Inderdaad. Zo goed als alle schoolvakken (op de talen na) zijn overigens opgenomen in de Woordenlijst Nederlandse Taal:
Opvallend is dat de Woordenlijst Nederlandse Taal wel natuur- en scheikundeleraar kent, maar niet fysica- noch chemieleraar. Verder is "
godsdienstleraar" wél opgenomen, maar "
zedenleerleraar" niet.
Wat nog opvalt is dat "
taalleraar" wél is opgenomen, maar samenstellingen met aparte talen niet.
Ik heb hier vooralsnog geen verklaring voor, maar ik zal er zeker één proberen te vinden.
PS: In bepaalde dialecten zoals het
Maastrichts spreekt men wél van een Frans-, Duits- of Engelsleraar.