Een interessant voorbeeld is de Deep Space 1 (DS1) die in 1999 een ontmoeting had met de kleine donkere planetoide 9969 Braille. De baan van de planetoide was niet tot op de kilometer bekend, dus men wist dat er onderweg koerscorrecties nodig zouden zijn. De reistijd van een radiosignaal van aarde naar de sonde was 10 minuten.
De sonde was voorzien van een automatische piloot. De computer van de automatische piloot berekende zelf de gewenste koerscorrecties op grond van de posities van 9969 Braille, andere planetoiden en vaste sterren, die camera's aan boord waarnamen. Er zou geen communicatie met aarde nodig zijn geweest als de computer goed was blijven werken.
Maar kort voor de ontmoeting met de planetoide crashte het computerprogramma van de automatische piloot, waardoor de hele sonde in standby mode werd gezet, en de sonde draaide zijn neus naar de zon. In standby mode wachtte de sonde op instructies vanaf aarde. De operators in het controlecentrum op aarde moesten snel het commando versturen om terug te keren naar de normale werkstand. De computer had zijn vorige koerscorrecties gewist en kon daardoor geen nieuwe koerscorrectie berekenen. Het controlecentrum moest de verloren koersinformatie vanaf aarde versturen. Uiteindelijk ging het op het laatste nippertje goed.
http://www.spacedail.../deep1-99t.html